Kevers kweken

Wetenschappelijke naam
Dynastes hercules (Linnaeus, 1758)

Taxonomie van de soort Dynastes hercules
De soort (species) Dynastes hercules bestaat uit negen ondersoorten:
– Dynastes hercules bleuzeni
– Dynastes hercules ecuatorianus
– Dynastes hercules hercules
– Dynastes hercules lichyi
– Dynastes hercules occidentalis
– Dynastes hercules paschoali
– Dynastes hercules reidi
– Dynastes hercules septentrionalis
– Dynastes hercules trinidadensis

Er is nog discussie over een paar ondersoorten. Zo zouden Dynastes hercules trinidadensis en Dynastes hercules bleuzeni identiek zijn. Dynastes hercules morishimai en Dynastes hercules takakuwai zijn volgens Catalogue of life nog niet erkend als ondersoorten.

Een uitgebreide en duidelijke caresheet staat hier.

Dit is een verkorte versie:

Stadiaduur:
Ei: 1 tot 2 maanden
L1: ongeveer 1 à 2 maanden
L2: ongeveer 2 maanden
L3: 12 maanden
Pop: ongeveer 2 maanden
Imago: rustfase 1 maand
Imago: actieve fase 3 tot 8 maanden

Eitjes worden op dezelfde manier gehouden als eitjes van andere soorten.

Voor L1 en L2 larven is gebruikelijk substraat 1/3 fijngemalen witrot hout en 2/3 bladhumus.
Voor L3 larven is de gebruikelijke verhouding 1/2 fijngemalen witrot hout en 1/2 bladhumus. Het hout kan dan het beste onderin gedaan worden. Wat ook kan is bladhumus grotendeels of helemaal vervangen door flake soil. Ik doe dat zelf ook en mijn vrouwelijke larven worden gemakkelijk 60 gram en mijn mannelijke larven halen een gewicht rond de 90 gram. Een van mijn eerste twee imago’s was 14 cm twee jaar geleden, de andere 12 cm. Wellicht dat met nog iets meer dingen uitproberen de larven nog iets zwaarder en de imago’s iets groter kunnen worden.

L1 – L2 larven kunnen goed samen gehouden worden in een bak met een inhoud van 1 liter per larve. Na ongeveer 3 maanden vervellen de dikke L2 larven tot L3.

Jonge L3 larven (< 50 gram) kan je het best apart houden in 5 liter bakken. Oudere mannelijke L3 larven (> 60 gram) verplaats je vervolgens het best naar 7 tot 10 liter bakken voor een maximale groei. Vrouwelijke larven mogen blijven in 5 liter bakken, daar deze niet zoveel ruimte nodig hebben. Men kan L3 larven ook steeds samenhouden (maximaal 3 L3 in 20 liter bakken). Hou er rekening mee dat het maken van de popkamer veel ruimte in beslag neemt (ongeveer 6 cm breed tot 12 à 20 cm lang), dus de bakken moeten dan ook die afmeting hebben. Onderaan zie je een plaatje van een mannelijke larve en het plekje waaraan je het mannetje kan herkennen.

Bij substraat vervangen is het handig om steeds 1/3 van het oorspronkelijke substraat te behouden en 2/3 nieuw substraat toe te voegen.

Na ongeveer 12 maanden beginnen de larven geler te worden (een teken dat ze een cocon gaan maken) en vanaf deze fase is het beter om de larven met rust te laten. Ongeveer 3 maanden na het maken van de cocon komt de kever uit de cocon. Ze blijven dan ongeveer 1 maand inactief.

Om met de kevers te kweken maak je een 60 liter bak met minstens 20 cm substraat (de onderste 15 cm goed aangedrukt vochtig fijn substraat + 5 à 10 cm niet aangedrukt substraat erbovenop) een koppel of trio (2 vrouwtjes en 1 mannetje) volwassen kevers. Als de kever in een vochtige omgeving zit worden de dekschilden donkerder, tot bijna zwart aan toe.